Sla over naar de inhoud

8. In de praktijk: hoe en waarin ik beleg

Voor mezelf besliste ik lang geleden vooral via beleggingsfondsen te beleggen. Jaren geleden was de Belgische tak van de Nederlandse Rabobank een zeer interessante partij: de online bank bood een breed gamma aan beleggingsfondsen aan en in- en uitstappen was voor de meeste fondsen gratis. Hun verdienmodel was gebaseerd op de ‘retrocessie’: een deeltje van de jaarlijkse kost van een beleggingsfonds (TER) dat naar de verdeler gaat. In dit geval dus Rabobank. Zonder extra kost dus, want deze TER werd en wordt sowieso aangerekend.

Tot Rabobank enkele jaren geleden om commerciële redenen besliste haar aanbod in België te verminderen. De bank wou terug naar haar ‘roots’ en opnieuw focussen op spaarrekeningen. Bestaande beleggingsportefeuilles werden door Rabobank overgedragen naar een andere partij, Keytrade. Die transfer verliep efficiënt en correct. Maar prijs per transactie bij Keytrade was me te duur om hen actief te gebruiken. Een deel van m’n portefeuille staat nog steeds bij hen, maar zij zijn niet de partij waar ik m’n nieuwe investeringen bij doe.


Mijn favoriete fondsenbank was ermee gestopt, maar het geluk stond aan m’n kant. In 2013 had het fondsenaanbod van Medirect mijn aandacht getrokken. Hun aanbod was nog meer uitgebreid dan dat van Rabobank, dus had ik er toen ook een rekening geopend en een fondsenportefeuille opgestart. Misschien had MeDirect Rabobank wel uit de markt geconcurreerd?
Ik moest alvast niet meer op zoek naar naar de -voor mij- meest kostenefficiënte partij om m’n beleggingsfondsen aan te kopen. Want MeDirect voldeed al aan mijn drie eenvoudige eisen:

  1. De kost voor het in- en uitstappen moest zo laag mogelijk liggen, en bij voorkeur nul zijn. Want elke kost, hoe klein ook, vreet aan je rendement.
  2. En de drempel om meer deelbewijzen van m’n favoriete fondsen aan te kopen moest laag zijn. Alleen zo zou ik zeer efficiënt kunnen blijven spreiden in tijd.
  3. Een breed en overzichtelijk gamma aan beleggingsfondsen aanbieden, waaronder zoveel mogelijk ‘toppers’.

Medirect is eveneens een Belgische online bank met sterke financiële ratio’s. Maar minstens even belangrijk voor mij: de online bank biedt ongeveer 500 beleggingsfondsen aan, waaronder een aantal pareltjes. En de meeste van die fondsen kan je gratis aan- en verkopen. Instappen en bijkopen kan vanaf 100 euro per keer.
Ze zagen al snel in dat er in België een markt onstaan was voor een ‘fondsenbank’ en vullen dat gat perfect in. Daarom zijn zij sinds een aantal jaar de enige bank waar ik m’n fondsen aankoop, en ik hoop dat ze de dienst nog lang blijven aanbieden. In elk geval lijkt hun businessmodel me zeer solide: ook zij communiceren open en bloot dat hun rendement bestaat uit de ‘retrocessie’ die het fondshuis betaalt aan de verdeler. En da’s prima zo, voor mij: het hoeft écht niks extra te kosten. De fondsen die je bij hen aankoopt zijn trouwens -net als bij andere banken- ondergebracht bij derde partijen, ‘custodians’ genaamd: mocht de reseller ooit omvallen, dan zitten ze nog steeds bij die strikt gereguleerde bewaardienst, zodat jouw eigendom van jou blijft.
Bovendien zijn hun spaarrekeningen ook de betere op de markt, en de meeste vallen onder het Belgische depositogarantiestelsel dat bij faling 100.000€ garandeert. Hun klantenwebsite is soms wat minder overzichtelijk en ze bieden geen apps – maar dit zou toch maar tot extra kosten leiden, en die wil ik niet betalen. Ik ben dus absoluut een zeer tevreden klant!



Hoe mijn beleggingsportefeuille eruit ziet…

Bovenop een gezonde cashbuffer (spaarrekening) zit het gros van mijn portefeuille in beleggingsfondsen. Vroeger waren dat voor een deel distributiefondsen, maar omdat de roerende voorheffing op die dividenden intussen 30% bedraagt, kies ik nu nog enkel voor kapitalisatiefondsen. Het werd te pijnlijk om steeds bijna een derde van mijn winst te zien verdampen.

Die kapitalisatiefondsen bestaan voor het grootste deel uit robuuste, kwalitatieve wereldwijde aandelenfondsen. Zij maken zo’n 60 à 70% van mijn beleggingsportefeuille uit en zijn dus de ‘kern’ of de ‘core’ van mijn investeringen. Omdat zij verdeeld zitten over alle regio’s en sectoren weerspiegelen zij ook op een manier het gemiddelde van de markt, zodat je niet op bepaalde regio’s of sectoren moet gokken.

Bovenop die ‘kern’ heb ik er -eerder omdat dat leuk is dan omdat ik een glazen bol zou hebben- nog een aantal ‘satellietfondsen’ bij. Dat zijn beleggingsfondsen (voornamelijk in aandelen) die zich richten op specifieke sectoren (bv. gezondheidszorg, technologie) of landen (bv. opkomende landen).

Net veertig geworden heb ik alle grootste kosten al achter de rug. Ik investeer alleen het geld dat ik voor de zeer lange termijn kan missen, maar met nog weinig grote uitgaven in het directe vooruitzicht kan ik een aanzienlijk deel van mijn kapitaal dus investeren voor de verre toekomst.
Mijn uiteindelijk doel is mezelf en mijn gezin een mooie financiële buffer te geven en gaandeweg meer onafhankelijk te worden van verplichtingen en werk. Dat zorgt voor veel gemoedsrust: je moet niet meer werken om in leven te blijven, maar je werkt gewoon nog om je buffer nog meer aan te spekken en koopt jezelf op die manier vrij van de klassieke verplichtingen. Met het uiteindelijke doel om ooit misschien vroeger dan de rest van de maatschappij met pensioen te gaan en van het leven te genieten of te zorgen dat ons zoontje over vele jaren minder kopzorgen zal hebben dan vele anderen.

Ik heb voor mezelf de vaste gewoonte om wekelijks (en zeer concreet: elke zaterdagochtend) nieuwe deelbewijzen van tenminste één beleggingsfonds aan te kopen. En wanneer de beurs wat gezakt is tegenover de voorgaande periode, koop ik er meer bij: op de zeer lange termijn is elke relatief goedkopere aankoop naar mijn mening een goeie investering.
Op die manier heb ik op een tiental jaar een -naar mijn maatstaf- mooie portefeuille opgebouwd die nog steeds in omvang groeit, deels door de gemiddelde jaarlijkse waardevermeerdering en deels door de zeer constante instroom van nieuw kapitaal – dat op zijn beurt ook weer kan gaan renderen.

Je vindt een overzicht van mijn favoriete beleggingsfondsen op deze pagina.

Om extra te spreiden investeer ik sinds ongeveer 2017 ook via het Belgische Peer-to-peer lendingplatform Mozzeno. Zij schrijven leningen uit aan particulieren, en jij kan in die leningen investeren. Zo’n lening betaalt je gemiddeld een slordige 5-6% bruto uit, waarvan je na roerende voorheffing zo’n 3-5% overhoudt. Ik investeer er wél alleen in leningen die gedekt zijn door een externe Protect-verzekering: zo krijg je je investering alsnog uitbetaald wanneer de ontlener niet langer aan zijn betaalverplichting voldoet. Intussen zo’n 7 jaar later, heb ik steeds netjes mijn kapitaal en intresten uitbetaald gekregen: ik blijf dit platform dus graag gebruiken: het zit ook erg goed in elkaar en wordt gerund door een solide bedrijf.
Tip: lees mijn ervaringen met Mozzeno in m’n blog.
Tip: gebruik deze link om je account aan te maken, en ze betalen je dubbele rente uit gedurende de eerste drie maanden 🙂

Daarnaast investeer ik jaarlijks ook consequent het maximale bedrag in pensioensparen (via een pensioenspaarfonds – een pensioenspaarverzekering laat ik bewust royaal aan mij voorbijgaan) en stort mijn werkgever maandelijks bij in een pensioenspaarfonds van de onderneming.


Slotwoord

Je hebt het einde van De Rustige Belegger bereikt. Ik hoop dat je er iets uit kon opsteken en zou het appreciëren wanneer je m’n gratis online boek verder promoot onder vrienden, op social media, in fora, …
Laat zeker even weten wat je ervan vond in het Gastenboek. En misschien ben je ook geïnteresseerd in m’n blogposts?

Rest me nog je een boeiende, verrijkende ervaring te wensen bij je eerste stappen in de beleggingswereld!

Carl

Tevreden lezer? Vertel het dan voort!